BBL: staat voor ‘Brabants
Luikse valuatie’.
(volgorde zoals op
film)
1789, 28 februari.
Akte nr. 8
Maria Motmans weduwe van Laurens Van Nitsen,
wonend in Alcken land van Luik, heeft lectuur gehad
van de verhuur van huis, warmoeshof en aangelegen goederen, gelegen onder de
parochie Lummen toebehorend aan Anna Wellens weduwe van Andries Timmermans, aan
haar zoon Gerardus Van Nitsen. De akte werd door deze
notaris beschreven op 15 juli 1788. Voor een goede betaling van de jaarlijkse
huursom en de korenpacht zet ze haar vruchtgebruik in pand van alle goederen
van haar zijde en die van de zijde van haar man zaliger en alle roerende
goederen. Hiervoor ziet ze af van “het beneficie van senatus
consul. vellian. si qua mulier”
en van alle voorrechten die door de wet aan vrouwen worden toegekend. Opgemaakt
in het huis van de comparante in Alcken in
aanwezigheid van Laurens Toelen en van Catharien Neys, beiden wonend in Alcken.
Niemand kan schrijven.
1789, 07 april.
Condities waarop
Mathijs Cairmans als man en momber van Gittereijt Volders, van wie hij de instemming zal
inbrengen, publiek aan de meestbiedende zal verkopen 1) een sille
in een perceel broek genaamd “de Weesterbempden”,
gelegen op het Schulens Brouck.
Het grenst O. de oude Herck, Z. Hendrick Germeijs met de wederhelft, W. den Popeleer, N. de
erfgenamen Andries Smets. Verder verkoopt hij nog 2) een half sille in een perceel broek genaamd “den Wolfspinner”
op het Scheulens Brouck
gelegen, palend Z. de oude Herck, N. en W. Joannes
Van Reppelen; 3) de vierde part in een zille broek op
het Linckhaudts Brouck met
Hendrick Wouters cum suis onverdeeld, O. Hendrick Wouters cum suis, Z. het
Begijnen Brouck van de heer advocaat Van Heese, N. de
erfgenamen Magdalena Druegen cum suis. De 3 percelen
zullen afzonderlijk door de gerechtsdienaar worden afgeroepen en aan de
meestbiedende worden toegeslagen. Na de palmslag zal de koper zijn koop
verbeteren met hogen van 2 gulden BBL per hoge, te verdelen tussen hoger en
verkoper half en half. Daarna mag ieder ander hogen naar believen tot op 11
april om klokslag 1 uur op het horloge van de kerk van Lummen. Dan moet de
totale koopsom met alle hogen voldaan worden in het huis van de notaris in
zilveren of gouden munten van gangbaar geld, met alle onkosten betreffende de
verkoop: gichtgeld, roepgeld voor de dienaar 1
gulden, conditiegeld voor ieder stuk 4 gulden, lijcoop
van “de Weesterbempden” en van “den Wolspinner”
telkens een half ton Diesters bier te verbruiken in
het huis van Hendrick Germijs. Aanslaan kan
onmiddellijk na het betalen van de koopsom.
De goederen zijn niet
belast boven cijns en schattingen, met uitzondering van het perceel in het Linkhouts broek dat belast is met 6 stuivers 1 oort jaarlijks aan de heer Pelsers van Beringen.
Op 7 april bood
Hendrick Timmermans, woonachtig in Lijnchaudt, 61
gulden BBL voor de vierde part gelegen op het Linkhouts
broek. Hij kreeg ervoor de palmslag en verbeterde zijn koop met 8 hogen. Opgemaakt
in Linkhout in het huis van Hendrick Germeijs in
presentie van de getuigen sr. Arnoldus Wellens en Michael Helven.
Op dezelfde dag bood Lambertus Bollen, wonend in Linckhaudt,
voor de sille in het perceel genaamd “de Weesterbempden” 550 gulden BBL. Hij kreeg de palmslag en
zette 50 hogen. Zelfde plaats, getuigen Arnoldus Wellens en Hendrick Van Deuren
(schrijft zelf Van Dueren).
Op dezelfde dag bood
Hendrick Germeijs van Linckhaudt
voor de half sille broek genaamd “den Wolfspinner” de
som van 102 gulden BBL. Na de ontvangen palmslag verbeterde hij zijn koop met
10 hogen. Getuigen: sr. Arnoldus Wellens en sr. Joannes Wilborghs.
Op 11 april 1789 bood
sr. Joannes Wilborghs, wonend binnen vrijheid Lummen,
voor het perceel “de Weesterbempden” 2 hogen extra,
waarmee hij Lambertus Bollen afhoogde. Opgemaakt in het huis van de notaris in
Lummen in aanwezigheid van de getuigen sr. Christiaen
Smets en Anna Margaretha Croonaerts. Nadien
verbeterde Lambertus Bollen voorschreven deze koop nog met 2 hogen. Hoogde in huis
van de notaris voor getuigen Maria Adriana Lemmens en Anna Margaretha Croonaerts.
Op 20 april 1789
stemde Gittereyt Volders, huisvrouw van Mathijs Cairmans, in met de verkoop en de verkoopcondities
voorschreven. Huis notaris voor getuigen Anna Margaretha Croonaerts
en Nicolaes Scuppen.
1789, 19 mei. Akte
nr. 16
Henricus Vander Dueren en Arnoldus Van Nuffel
hebben verhuurd een perceel broek opt Scheulens Brouck gelegen, genaamd
“den Ossen Bempt”, palend O. jofr. van Loye, Z.
Martinus Beerten, W. den Molenwegh, N. Peeter Cox. Verhuurd aan de erfgenamen van Wouter Van Schoonbeeck voor 36 gulden jaarlijks voor een periode van 3
jaren vanaf nu tot half maart 1792. Opgemaakt in het huis van Henricus Van Cosen in “Scheulen op den Abilie”. Getuigen: Joannes Pollaris,
Henric Cox.
1789, 18 augustus.
Akte nr. 34
Carolus, zoon van
Lambert Smets en Dimphna Smeets, woont in Ceulen. Hij draagt tot behoef van Christiaen
Smets een rente op van 8 gulden BBL jaarlijks met valdag
op deze datum. Hij heeft ervoor een kapitaal van 200 gulden BBL ontvangen, die
hij affecteert op zijn kindsgedeelte zowel van vaderlijke als van moederlijke
zijde. Als deze goederen op hem verstorven zullen zijn, zal hij een bijpand moeten stellen voor de rentgelder.
Dimpna Smets weduwe van Lambert Smets, de eigen
moeder van Carolus, verklaart dat ze afstand doet van haar vruchtgebruik ten
voordele van haar zoon voor de 200 gulden BBL voorschreven. Opgemaakt in het
huis van Bernardus Smets in Mellaer in diens
aanwezigheid en die van Anna Margaretha Croonaerts,
getuigen.
1789, 20 augustus.
Akte nr. 35
Bernardus Smets,
wonend in Meldelaer, heeft opgedragen in handen van
de notaris tot behoef van Lambertus Bollen van Linckhaudt
een jaarlijkse en erfelijke rente van 12 gulden BBL met valdag
elk jaar op deze datum. Hij heeft ervoor de som van 300 gulden BBL ontvangen.
Pand: zijn persoon en goederen en in het bijzonder een perceel land gelegen in
Hees, een bonder groot, genaamd “Backers
Bonder”. Het grenst O. Aerdt Reynders, W. de fundatie
van joufr. Hollanders, N. Jan Clerckx van Zeelhem. Onbelast boven cijns en dorpslasten. Opgemaakt in
het huis van Lambertus Bollen in Linckhaudt in
aanwezigheid van de getuigen Arnoldus Wellens en Wilm
Van de Biesemen.
1789, 30 augustus.
Akte nr. 37
Hendrick Jacobs,
jonkman wonend in Linckhaudt, verklaart dat hij aan
meier J. J. Aerts en aan de burgemeesters van Scheulen
de kosten heeft voldaan van de schade die zijn hoornbeesten hadden aangericht
in het Schulens gemeen broek. Meier Aerts en de
burgemeesters Henricus Lambertus Hardeques en Peeter Motmans bevestigen.
Opgemaakt in het huis van Joannes Vreven binnen de
vrijheid Lummen in aanwezigheid van Petrus Anselmus
du Chateau en Michael Vander Maesen, getuigen.
1789, 12 oktober.
Akte nr. 40
Testament van Joannes
Franciscus Vaes, wonend in Enckxbergen
onder de parochie van Tessenderloo. Hij is gezond,
maar wil zich niet door de dood laten verrassen zonder zijn nalatenschap
geregeld te hebben. Hij herroept eventuele eerdere testamenten. Hij wenst
begraven te worden in gewijde aarde met een eerlijke dienst volgens usantie.
Aan de fabriek van Sint-Lambrecht van Luijck laat hij
5 stuivers voor zijn blind en onrechtvaardig goed. Kort na zijn dood moeten er
200 missen van requiem gecelebreerd worden voor zijn zielelafenis.
Hij laat een ton Diesters bier aan de gulde van Sinte
Marten in Tessenderloo opdat de confreers
van de gilde zijn ziel indachtig wezen.
Hij laat aan de
kinderen van het echtpaar Paulus Loffels en Anna Maes
zaliger 10 pattacons eens.
Aan Cathrien Mertens dochter van Jan Mertens en Petronella Van Dueren maakt hij 10 pattacons
eens opdat ze voor zijn ziel zou bidden.
Maakt aan Nicolaus Loffels (Loftels?) die
tegenwoordig aan de Goorse schans onder Lummen woont
een kapitale rente van 200 gulden BBL die geaffecteerd staat op huis en hof van
Merten Breers zaliger. Mocht deze Nicolaus sterven,
dan wenst hij dat de rente op de kinderen van Nicolaus zou succederen.
Zijn resterende
goederen, roerend en onroerend, laat hij aan Henricus Van Dueren
wonend in Schalbrouck onder Lummen. Sterft Henricus
voor de testateur, dan wenst hij dat deze goederen op de kinderen van Henricus
versterven. Deze Vandueren wordt zijn universele
erfgenaam en zal ook instaan voor de afbetaling van zijn schulden en het
voldoen van de legaten. Opgemaakt in de kamer van het woonhuis van de notaris
binnen de vryhydt Lummen in aanwezigheid van de E.H.
Henricus Josephus Aerts en van Joannes Michael Hoelen,
beiden wonend binnen de vrijheid. De testateur tekende met zijn merk omdat hij
niet kon schrijven.
1787, 03 januari. Akte nr. 1
Leonardus Bertels heeft opgedragen, ‘bij maniere van surrogatie’, zijn
pretentie in een sille broek onder Scheulen genaamd “’t Koster Brouck”,
O. de kerk van Linckhaudt, Z. zijne excellentie de
hertog d’ Arenbergh, W Andries Smets, N d’oude Vloot. Tot behoef van Henricus Jacobs voor 20 gulden
BBL. Opgemaakt in het woonhuis van de notaris met getuigen Michael Hoelen en Anna Margaretha Croonaerts.
1787, 09 januari.
Akte nr. 5
Aldegond Thijs, meerderjarige jonge dochter van 24 jaar
oud, woont in Scheulen land van Lummen. Ze verklaart
dat Henricus Meeuis, momenteel wonend in Scheulen, haar in de maand januari van vorig jaar is komen
bezoeken in het woonhuis van haar vader Andries Thijs in Scheulen.
Hij is toen een tweetal uren met haar en haar ouders blijven praten en lachen.
Toen Aldegonde omtrent 4 uur ’s avonds is uitgegaan naar de koeienstal om haar
beesten te voederen, is hij haar nagekomen en heeft haar om “vleselijke
conversatie” verzocht. Ze was in het begin weigerachtig, maar door zijn
aanhouden heeft ze het hem toch toegestaan en hij heeft zijn gangen gegaan
(“ende den natuere gestort in haer
ende alsoo haer tot ..al gebruyckt”) en heeft bij haar toen een kind verwekt. Daarna
zijn ze beiden terug het huis ingegaan en hij heeft toen gedaan alsof hij
beschonken was. Ze heeft zelf met geen andere “te doen gehadt”.
Opgemaakt in het huis van meier Aerts binnen het dorp van Lummen in
aanwezigheid van de E.H. Melchior Schodts en Petrus
Van Haemel.
1787, 05 februari.
Akte nr. 12
Elisabeth Aerts weduwe
wijlen Petrus Vandermaesen, wonend binnen de vrijheid
Lummen, ruilt met E.H. Hendricus Joannes Bosmans
wonend in Hulst gehucht van Meerhoudt. Aerts draagt
een perceel land op genaamd “’t Achterste Velt”, O. de weduwe Henricus Volders,
Z. ’t stratien, W Christina Swerts,
N de heer Cantillion. Gelegen in Zeelhem.
Nog een perceel land genaamd “de Schomme”, W de heer Marcelis van Diest, N de weduwe Arnoldus Grootjans, O de straat, Z Christina Van Eerdewegh.
Deze goederen zijn op Elisabeth ab intestato
verstorven na de dood van Elisabeth Bosmans. Onbelast op cijns en
dorpsschattingen na.
De E.H. Bosmans van
zijn kant draagt in ruil een perceel gemijn broek op,
Z de heer pastoor Lemmens als beneficant met de
wederhelft, Wilm Hauben W,
O begijn Christina Aers , N Nicolaus Schraijen. Gelegen opt gemeijn broek op de Buijtinghe
onder Beringen. Enkel belast met cijns en schattingen. Hij betaalt daar bovenop
nog 600 gulden BBL uit aan Elisabeth. Half oogst 1787 mogen ze de goederen
aanslaan. Opgemaakt in het huis van Elisabeth Aerts binnen de vrijheid Lummen
in aanwezigheid van Michael Aerts en Anna Margaretha Croonaerts
als getuigen.
1787, 10 april. Akte nr. 17
De eerwaarde heer Conrardus Toelen, pastoor van Zeelhem, en de eerwaarde Walterus Libens
kapelaan in Zeelhem handelen als “ontfanckelijcke”
mombers en “super intendanten” van de armentafel van Zeelhem.
Ze dragen een perceel land op genaamd “den Veltiens
Hoff”, grenzend O Hendrick Meeuis, Z en N de straat,
W Jan Moors; een perceel broek genaamd “het Boschbroeck”,
O Mathys Pypers, Z den Vlootgracht, W de weduwe Peeter van de Poel, N Peeter
Claes; een perceel broek genaamd “den Stert”, O en Z
de paters Augustijnen van Diest, W de erfgenamen Joannes Hoelen,
N den Vlootgracht; een perceel broek palend O en Z secretaris Beckers van
Beringen, W de celzusters van Diest, N Jan Remen. Al deze percelen liggen onder Geneijcken
en Gestel, gehuchten van Lummen. Onbelast op cijns en schattingen na.
Opgedragen tot behoef van Peeter Claes voor een
jaarlijkse som van 64 gulden BBL te betalen ten huize van de opdragers in Zeelhem op 1
november 1787 of uiterste datum 6 januari 1788 en zo van jaar tot jaar “ten
eeuwigen daeghe”. De acceptant stelt tot verzekering
van een goede betaling een perceel bos aan den Drieschen
Bosch bij Gestel, O Mathijs Pijpers, Z de armen van Zeelhem,
W Jan Geerts cum suis, N Rombout Vaes. Mocht de
acceptant 2 jaar na elkaar niet betalen, dan mogen de opdragers
de goederen en het onderpand aanslaan zonder bijkomende rechtsformaliteiten. De
acceptant of zijn representanten zullen de goederen niet mogen verdelen of
belasten. Opgemaakt in de pastorij van Zelem in
aanwezigheid van de E.H. Antonius Lenaerts, oud-pastoor van Zeelhem,
en de E.H. Henricus Josephus Aerts, getuigen.
1787, 09 december.
Akte nr. 40
Laurentius Ophey, borger en inwoner van de stad Hasselt, draagt in
ruil een huis en hof op gelegen op ’t Oostereynde
binnen de vrijheid Lummen. Het grenst O de hertog van Arenbergh,
Z de straat, W Maria Anna Vandermaesen, N de abdij
van Averbode. Het is belast met 25 stuivers BBL
jaarlijks aan de anniversarien van Lummen, met 1
stuiver jaarlijks aan de kerk van Lummen, met cijns en dorpslasten. De opdrager zal de lasten betalen tot 1788. Hij draagt dit
goed op tot behoef van Arnoldus Meeus, wonend binnen de vrijheid Lummen.
Meeus van zijn kant
draagt tot behoef van Laurentius een perceel broek op gelegen in Schuelen, een half bonder groot.
Het grenst O den Molenwegh, Z de weduwe Lambert
Lambrechts, W de heer advocaat Vossius van Hasselt, N
de Laeck. Het is belast met 7 gulden 10 stuivers BBL
jaarlijks aan de armen van Lummen, met 1 gulden BBL jaarlijks aan de kerk van Scheulen, met cijns en dorpslasten.
Opgemaakt in het huis
van de notaris in aanwezigheid van de getuigen Antonius Gaethofs,
wonend in Eversel, en Joannes Gerardus Lemmens,
wonend binnen de vrijheid Lummen. Meeuws schrijft
niet.
1790, 08 februari.
Akte nr. 3
Mathijs Gudens, Joannes Clerckx, Jacobus Lambrechts, Peeter Brems, Hendrick Jeuris,
Bernardus Smets, Jan Van Schoonlandt zijn van
intentie om een winning met annexe goederen te vernaderen
gelegen in Baekel onder Zelem,
toebehorend aan de infermerije van het begijnhof van
Diest. Bovendien hebben ze een winning met annex goederen op het oog gelegen in
Hees onder Zeelhem, gefundeerd door joufr. Philippina Van Soetem, in haar leven hofmeesterse
van het begijnhof van Diest. Ze zullen samen de kosten van vernadering
delen en als de vernadering lukt, zullen de winningen
gemeenschappelijk blijven tot ze anders zullen bepalen. Opgemaakt in het huis
van Jacobus Lambrechts in het dorp van Zeelhem met
als getuigen Christiaen Smets en Arnoldus Fredricus Wilsens.
1790, 18 maart.
Akte nr. 12
Joannes Clercx, schepen en leenman van Zeelhem,
heeft de actie geratificeerd die door hem “geintenteert”
is voor de heren president en raeden des ordinarissen raedt van Luijck en Graefschap Loon vergund
tegen het begijnhof van Diest “ende die godvrugtige fondatie van die hofmeesterse begijne van Soetem”. Hij machtigt
de heer notaris Guffens als zijn facteur “ad lites” en geeft hem macht om in zijn naam op te treden.
Opgemaakt in Hees in het huis van Clercx ter
presentie van Jan Reijmen en Hendrick Simons.
Voor vacatie, akte en copije betaalde Clercx 3 gulden.
1790, 09 april.
Akte nr. 15
De heer Joannes
Franciscus Charlier, geassisteerd door zijn instemmende echtgenote Maria
Cornelia de la Croix, verklaren dat zij uit handen
van Lambertus Bollen van Linckhoudt de som van 350
gulden BBL ontvangen hebben. Hiervoor assigneert
Charlier een rente van 14 gulden BBL, uit een grotere rente van 20 gulden
jaarlijks, zoals ze trekken op huis en land, gelegen in Scheulen
onder het land van Lummen, van Arnoldus Wasch
woonachtig in Scheulen. Deze rente is joufr. de la Croix aangekomen na
de dood van haar vader zaliger. Bollen accepteert deze rente. Charlier mag deze
rente altijd terug nemen als hij het kapitaal terugbetaalt, maar de rente mag
hij niet in mindering brengen. Opgemaakt in het huis van Hendrick Engelen
binnen de vrijheid Lummen in aanwezigheid van Joannes Stephanus de Blous (tekent “de Blois”) en
Hendrick Engelen.
1790, 24 juli. Akte
nr. 21
Sr. Arnoldus Aerts 1)
en Wilm Hauben wonen beiden
in Pael op de buytinghe van
Beringen. Aerts transporteert tot behoef van Hauben (tekent
Houben) een rente die geaffecteerd staat op panden van Joannes Moons,
namelijk op huis en hof in Pael. Het goed grenst O en
N de straat, W en Z Jan Blaesen. Nog op een perceel
land onder Paal, een half bonder groot, O de Broeck Straet, W de Vijf Sille Straet, N Jan Wilborghs, Z
Jacobus Theunis. Aerts heeft deze rente via deling verkregen van Christina Put.
Voor 100 gulden BBL overgedragen. Opgemaakt in het huis van de weduwe van
Petrus Van der Maesen binnen Lummen ter presentie van sr. Paulus Aerts en
Michael Roosen, getuigen. Iedereen tekent.
1790, 02 augustus.
Akte nr. 23
Joannes Franciscus Willekens, wonend in Quaetmechelen
lande van Luik, voor zichzelf en voor Joannes Schuer,
zijn neef ook wonend in Quaetmechelen, dragen “bij maniere van redemptie” een
kapitale rente van 300 gulden BBL op geaffecteerd op “onse
panden” in Quaetmechelen gelegen, gelicht bij de heer
secretaris Windelen zaliger in Beringen. Momenteel wordt de intrest opgetrokken
door de heer Joannes Josephus Aerts gehuwd met Maria Elisabeth Wendelen, als gewezen erfgenaam van de secretaris
voorschreven. Opgedragen tot behoef van de heer Joannes Josephus Aerts met zijn
aanwezige huisvrouw, die de afbetaling van de kapitale som van 300 gulden BBL met
de intrest bevestigen. Opgemaakt in het huis van de heer acceptant Aerts binnen
de vrijheid Lummen in aanwezigheid van de heer N. Franciscus Arnauts en Wilhelmina Schellens, getuigen.
1791, 17 januari.
Akte nr. 2
Gerardus Oijen, wonend
in Scheulen, heeft verklaard zijn recht af te staan
van 2 renten die voor hem voor de tocht gestipuleerd zijn voor de wethouders en
schepenen van Zonhoven op 22 juli 1773, staande tot last van Jan en Albert Vincken en ten voordele van sr. Hendrick Oijen en een akte
voor dezelfden in Zonhoven op 4 mei 1772 tot last van
Jacobus Bas. Hij staat zijn rechten af aan Walterus Oijen, Petrus Oyen, Anna Cathrien Oyen huisvrouw van Peeter
Strampers, Maria Elisabeth Oijen en Maria Christien
Oyen huisvrouw van Baltus Rubens. Deze laatsten aanvaarden en vaardigen Geerardus en Peeter Oyen af om de
kapitale sommen van deze renten op te trekken met de verlopen en om er kwijting
van te geven. Eventueel om de renten te verkopen. Opgemaakt binnen vrijheid
Lummen in het huis van de notaris met getuigen Henricus Vandermaesen
en Anna Margaretha Croonaerts.
1791, 11 maart.
Voorwaarden voor
verkoop van meubele goederen door Wouter en Gertrudis Van Schoonbeeck,
woonachtig in Scheulen. Goederen apart opgeroepen en
toegewezen. Sommen niet boven 4 gulden dadeljk
betalen, hogere sommen te betalen in het huis van de notaris voor 1 oktober
1791. Verkoop in BBL geld. Borg stellen voor sommen boven 4 gulden. Eens voor
iemand borg, dan is dat voor al diens aankopen. Boven de koopsom 3 stuivers per
gulden betalen voor schrijfgeld. Bij tijdige betaling voor de vervaldag
volstaat 1 stuiver en 1 oord van iedere gulden.
De condities werden
voorgelezen in het huis van de verkopers in Schulen
op den Abeel en de verkoop verliep als volgt:
Eenen croes aan Jan Van Schoonbeeck 0
– 15 – 0
Eenen eemer aan dezelfde 0
– 16 – 0
Eenen ijseren ketel aan Gertrudis
Van Schoonbeeck 1
– 3 – 0
Een boterstande aan Wouter Van Schoonbeeck 2
– 10 – 0
Een botercuijp aan dezelfde 1
– 0 – 0
Een cuyp aan Jaen
Van Schoonbeeck 1
– 7 – 0
Eenen rick met een schuppe
aan Wouter Van Schoonbeeck 0 – 12 – 0
Eenen rock met een scuppe aan dezelfde 0
– 9 – 0
Een buyl aan dezelfde 0
– 10 – 0
Een flaghzyen aan dezelfde 0
– 11 – 0
Eenen stoel aan dezelfde 0
– 2 – 0
Eenen stoel aan Peeter Joannes Van der Eycken 0
– 5 – 0
Een melkkoe aan Wouter Van Schoonbeeck 50
– 0 – 0
Een koe aan dezelfde 40
– 0 – 0
Een koe aan dezelfde 70
– 0 – 0
Een eerste veerse aan Joannes Greven van Scheulen (borg Joseph Roosen Scheulen) 40 – 0 – 0
Een kalf aan Gitruyt van Schoonbeeck 18
– 0 – 0
Een kalf aan de huisvrouw van Tileman Vos van Schulen(borg Gerardus Weys Schuelen) 14 – 0 – 0
Het peerdt aan Wouter Van Schoonbeeck 100
– 0 – 0
Haem en toom aan dezelfde 4
– 0 – 0
Den saedel en hulp aan dezelfde 3
– 0 – 0
De ketingen aan dezelfde 1
– 5 – 0
Het koppel houdt aan dezelfde 0
– 10 – 0
De hooghkarre aan dezelfde 24
– 0 – 0
De ploegh aan dezelfde 10
– 0 – 0
Eenen stier aan de weduwe Jacobus Van Rissel
verbleven aan Merten Timmermans
van Laeren 16
– 0 – 0
3 vierdel gerste
busselen het hondert aan Arnol
Weys tot Schulen voor 5 gulden 3 – 15 – 0
Drij hondert pont hoije
aan Joannes Greven 3
– 0 – 0
De verkens aerdtappels
par mande aan Gittereyt Van Schoonbeeck
voor 11 stuivers
Getuigen: Guilliam Verneijns
en Christiaen Jacobs.
Kwijting voor de betaling van de stier door de weduwe van Jacobus Van Rissel. 3.12.1791.
Kwijting door Gittereyt Van Schoonbeeck voor de ontvangst van 391 gulden 9 stuivers BBL
op 27.12.1791. Getuige: Christiaen Smets.
1791, 30 maart. Akte nr. 11
Sebastiaen Van Schoonbeeck, Wouter Van Schoonbeeck en Gertrudis Van Schoonbeeck delen de goederen achtergelaten door Jan Van Schoonbeeck en Aldegond Jacobs,
hun ouders zaliger.
Kavel A: huis, schuur, stallingen en een perceel land in den huyshof, gelegen in Scheulen, O
Lambertus Vrancken, Z kavel B, W sheeren
straet, N Jan Thijs. Belast met 9 gulden BBL
jaarlijks aan secretaris Kips van Herck, met 3 gulden
BBL jaarlijks aan de bonefanten van Hasselt, met een
pint smout jaarlijks aan de kerk van Scheulen, met 3
stuivers en 2 oorden BBL jaarlijks van herbergh coren aan de hertog van Arenbergh,
met cijns en gemeijne dorpslasten.
Kavel B: een perceel land in de huishof
gelegen in Scheulen, O Lambert Vrancken
en Peeter Motmans, Z kavel
C, W sheeren straet, kavel
A. Enkel belast met gemijne dorpslasten.
Kavel C: een deel in een perceel land in de huishof
gelegen in Scheulen onder Lummen, O Peeter Motmans, Z Peeter Motmans, W sheerenstraet, N kavel B. Enkel belast met dorpslasten.
Kavel A viel aan Gertrudis Van Schoonbeeck, kavel B aan Wouter en kavel C aan Sebastiaen Van Schoonbeeck.
Gertrude moet zorgen dat de lasten jaarlijks betaald worden, zodat de anderen
hiervan geen last ondervinden. Getuigen: Paulus Aerts, schepen, en Anna
Margaretha Croonaerts.
1791, 31 maart. Akte nr. 12
Wouter Geboors met zijn instemmende echtgenote
Gittrudis Van de Broeck, wonend in Scheulen, heeft tot behoef van Gerardus Marus
een rente opgedragen van 7 gulden 10 stuivers BBL jaarlijks, vallend op deze
datum en voor het eerst in 1792. Ze ontvingen 200 gulden BBL kapitaal. Met een
gelijke som in gangbaar geld kan deze rente altijd afgelegd worden. Ze
affecteren deze rente op huis en hof en het Luyten Velt gelegen in Scheulen, O de weduwe Lambrecht Lambrechts, Z en W sheeren straet, N Jan Luyten; een
perceel land genaamd “Wijnberghken”, O en N de weduwe
Hussen van Hasselt, Z de weduwe Lambrechts, W Luyten Velt. Belast met 2 gulden
BBL jaarlijks aan de kerk van Scheulen. Nog aan een
perceel land genaamd “Tichelerijken”, O. joufr. Briers van Hasselt, Z en N
Jan Luyten, W sheeren straet.
De voorschreven erven zijn belast aan Gerardus Marus
voorschreven met 32 gulden BBL jaarlijks, met cijns en dorpslasten. Getuigen:
Arnoldus Wellens en Michael Aerts.
1791, 12 mei. Akte
nr. 15
In opdracht van en
geassisteerd door Antonius Marcus Gaethofs heeft de
notaris zich begeven naar Coorsel naar het huis van
Franciscus Van de Berg. Hij kondigde hem aan dat Gaethofs
voorschreven als bloedverwant van joufr. Anna
Theresia Wendelen, volgens “boom genealogique”
en doop- en trouwbrieven die hij toonde, hem de koopsom en alle wettige sommen
kwam terugbetalen zodat hij tot bloedverwantelijke vernadering kan komen van een huis, schuur, stallingen,
warmoeshof en andere goederen zoals land, dries,
beemd en broek gelegen onder Beringen en elders, voortkomend en verkocht door
Anna Theresia Wendelen en haar man de heet J. Petrus
Mathijsen aan de voorschreven Franciscus Van de Berg. De koopakte is gepasseerd
door hun zonen Joannes en Henricus Mathijsen, hun geconstitueerden,
op 10 mei 1790 bij notaris J. J. Aerts volgens condities door hem gehouden. In
de Loonse goederen is hij naderhand gegicht. Gaethofs legde een som
van 7800 gulden in gouden en zilveren gangbare munten op tafel en verzocht Van
den Berg om deze te aanvaarden voor de koopsom en onkosten. Mocht deze som niet
voldoende zijn, dan was hij bereid om er nog wat bij te doen. Van de Berg gaf
als antwoord dat hij zich over deze affaire wilde beraden en weigerde het geld
te aanvaarden. De notaris protesteerde daarop wegens deze weigering van kosten,
schade en intrest. Opgemaakt in het huis van Van de
Berg, in de Stalse molen onder Coorsel,
in presentie van Arnoldus Van der Heyden en Hendrick Daniels.
1791, 13 mei. Akte
nr. 16
Op 13 mei 1791
verscheen Joannes Antonius Gaethofs voorschreven bij
de notaris. Hij verlangde dat de notaris in zijn naam aan de heren schepenen
van Beringen ten Loons recht conde zou doen van zijn
wil om te vernaderen aan Vandenberg en te vragen of
zij Vandenberg ervan op de hoogte willen brengen. (Vrije tekst wegens
nagenoeg onleesbaar geschrift). Getuigen: notaris Michael Guffens, notaris, en Hendrick Daniels.
1791, 01 juni. Akte
nr. 17
Paulus Lemmens, geassisteerd door zijn
instemmende huidige echtgenote Maria Elisabeth Jans, wonend in Ham land van
Luik, heeft opgedragen tot behoef van Vincentius
Timmermans, woonachtig in Laeren, een perceel bos
gelegen bij Molem. Het grenst O sheeren
straet, Z de Veltstege, W Anthoon
Van de Heijden, N Jan Geerts. Enkel belast met cijns en gemeijne
dorpslasten. Voor 300 gulden BBL, lijcoop een half
ton Diesters bier, godtsgelt
1 gulden. Opgemaakt in het woonhuis van de opdrager
in Ham met getuigen Arnoldus Dillen en Maria Catharina Provens
(tekent “de Provons”).
1791, 06 december.
Voorwaarden waarop
Maria Catharina Persoons, weduwe van Herman Joors,
wonend binnen de vrijhijdt Lummen publiek aan de
meestbiedende ongeveer 30 schalmen eiken of witbomen en 2 percelen aardhout op
haar goederen in Scheulen zal te koop presenteren. De
notaris roept de percelen afzonderlijk op en slaat ze toe aan de meestbiedende,
op voorwaarde dat ze aan hun waarde komen. Verkoop in BBL geld. Te betalen in
het huis van de notaris voor de eerste paasdag 1792. Dadelijk van iedere koop 5
stuivers BBL betalen voor schalm- en roepgeld en aan de notaris van iedere
gulden 3 stuivers BBL schrijfgeld. Bij tijdige betaling slechts 1 stuiver per
gulden te betalen. Schaarhout afvoeren voor 1 mei 1792 op verbeurte. Kuilen
vullen voor 1 mei, anders vullen de dienaars voor dubbele kost. Kopers: Francis
Cleren van Scheulen (Jan Marus borg), Arnol Weys Scheulen (Geert Weijs), Jan Mathijs Joors
Scheulen (Jan Joors), Peeter Ponet Herck
(Arnol Weys), Hendrick Beerten Scheulen
(Jan Joors), Francis Swertenbroux
Scheulen (Jan Joors), Geert
Van der Reyt Scheulen (Jan Joors), Merten Pulinx Scheulen (Jan Marus), Jan
Lambrechts Scheulen (Baltus Beerten), Jan Marus Schulen (Jan Joors), Peeter Strampers Schuelen (Jan Joors). Opbrengst van de verkoop: 56 – 5 – 0; 72 – 10 – 0,
54 – 15 – 0.
Getuigen: Francis Cleren en Hendrick Beerten.
Op 29 mei 1792
verklaarde Maria Catharina Persoons dat ze de som van 183 gulden 10 stuivers
BBL ontving van notaris Hoelen en op 3 mei en 10 mei
1792 had ze nog respectievelijk 80 gulden en 22 gulden ontvangen.
1792, 02 april.
Akte nr. 08.
Peeter Breckx wonend in Curingen land van Luijck heeft
opgedragen een perceel land genaamd “den Voorsten
Bosch” onder Curinghen gelegen, palend O Jacob
Schepers en Elisabeth Brucxkens, Z en W de erfgenamen
Jacobus Leenaerts, N den Vlootgracht. Nog een perceel
land “Klijn Monerack” onder Curingen,
O Hendrick Schouterden, Z Guilliam
Vos, W Laurens Jacobs. Verder zijn part in een perceel land genaamd “den Grooten Bosch” onder Curingen
gelegen, O den vlootgracht, Z Cornelis Gubbelmans, W
de erfgenamen Jacobus Leenaerts, N Jacob Schepers;
zijn part in een perceel land “den Semmens Hoff”
onder Curingen, O de erfgenamen Mathijs Cox, Z sheeren straet, W Anna Breckx, N de erfgenamen de heer cornet Horions; zijn part
in huis en hof en aanhang met land gelegen onder Curingen,
O en N de heer Duys van Hasselt, Z sheeren straet, W de erfgenamen
Mathijs Cox. Deze percelen zijn belast met 6 gulden 10 stuivers BBL jaarlijks,
uit een grotere rente van 52 gulden BBL, aan de erfgenamen van de heer Breers van Hasselt, met kleine onbekende lasten, cijns en gemeijne dorpslasten. Verkocht aan Hendrick Breckx wonend in Reckhoven onder
Lummen die accepteert voor 300 gulden BBL boven de lasten. Er staan nog vele
jaren lasten open en deze zullen tot last van de koper vallen, zonder
vermindering van de koopsom. Getuigen: Paulus Aerts en
Anna Margaretha Croonaerts.
1792, 03
april. Akte nr. 09
Voorwaarden waarop
Joannes Pilarus (tekent Pollarus),
wonend in Schuelen, publiek aan de meestbiedende
omtrent 40 schalmen dennenboompjes zal te koop presenteren liggend in een bos
toebehorend aan Petrus Schodts en gelegen onder Schalbroeck. De schalmen zullen apart opgeroepen worden en
aan de meestbiedende toegewezen met “eenmaal, …”, als ze aan hun waarde komen.
Verkoop in BBL geld en van iedere schalm moet dadelijk aan de gerechtsdienaar 2
stuivers BBL betaald worden en aan de notaris voor schrijfgeld van iedere
gulden 1 stuiver. Koopsom eveneens dadelijk voldoen. Deze condities werden
voorgelezen in het bos in Schalbrouck en de verkoop,
bestaande uit 33 schalmen, werd toegewezen aan volgende kopers:
Peeter Motmans (2 – 2 – 0),
Baltazar Beerten (2 – 4 – 0), Petrus P Van Seijer (1 – 14 – 0), Hendrick Beerten, Joannes Kerckhoff, Arnol Vandereycken, Hendrick Beerten, Peeter
Timmermans, Arnol Weijs, Geert Willems, Hendrick Grauls, Hendrick Buwens, Bastiaen Broors, Geert Vandelaer, Merten Geysens, Peeter
Heyligen, Bertus Verneijns,
Hendrick Laveren, Geert Geboors, Geert Oijen, Jan
Reynders.
Getuigen: Arnoldus
Wellens en Hendrick Cox.
1792, 31 augustus.
Akte nr. 27
Henricus Aerts, 72
jaar oud, woont binnen de vrijhijdt Lummen. Ter
instantie van Peeter Bilien
wonend in Thiewinckel verklaart hij in het belang van
de justitie dat hij met zijn echtgenote Elisabeth Van Daselen
aan zijn zoon Joris Aerts volgens akte van notaris J. J. Aerts op 23 mei 1791
een stuk zowel land als bos verkocht gelegen in Boekt onder Zolre,
land van Luijck. Het heet “den Ilstrek”
en grenst O de E.H. Renckens, Z Gerardus Hermans, N
de erfgenamen van Christiaen Baeten. Verkocht voor
500 gulden BBL boven de vermelde lasten. Hij heeft van deze verkoop geen geld
ontvangen van zijn zoon Joris. Daarop protesteert Peeter
Bilien tegen deze verkoop. Getuigen: Anna Margaretha Croonaerts en Jan Driessens.
1793, 06 december.
Nr. 27
Bovenaan vinden we de
tekst: ‘Fiat van 6 december 1793’. Daarop volgen handtekeningen van J. H. Vaes, meijer en J. J. Aerts, meijer.
Ter instantie van
Maria Anna Lambertina Vaes
weduwe van Jan Andries Joos wonend in Baelen wordt door de gerechtsdienaars Jan
Huskens en Jan Ramaekers van Lummen mits deze arrest
“geimponeerd” in handen van notaris Hoelen residerend binnen Lummen voor alle geldsommen die
hij reeds ontvangen heeft en nog zal ontvangen van de verkoop van de goederen
door hem als notaris verkocht van wijlen Aldegondis Van der Maesen weduwe J. B.
Vaes en P. Van Leemputte
afgekomen. Tot verzekering van de som van 1500 gulden courant die aan de requisante gelegateerd werd bij codicille van de voornoemde
Aldegondis Van der Maesen opgericht met akte gepasseerd voor de notaris P. N.
A. Coppens in Baelen. Ze doen verbod aan de notaris Hoelen
om het geld “te ontmarken” direct of indirect.
Handtekeningen van Jan Huyskens en Jan Ramakers,
gerechtsdienaars.
1793, 28 november.
Nr. 27
Condities en
voorwaarden waarop de notaris als geconstitueerde van M. Berenholt
als man en momber van Maria Marckx, wonend in Borgerhaudt onder Antwerpen, Franciscus Ruttens als man en
momber van Maria Josepha Marckx, wonend in Loven, en
Maria Anna Lambertina Vaes,
wonend in Baelen, allen erfgenamen van Aldegond Vandermaesen zaliger volgens constitutie van 08 november
1793 op heden 28.11.1793 publiek aan de meestbiedende een huis met ap- en dependities, warmoeshof en
het aangelegen land in Goorselaer zal te koop
presenteren. Het goed grenst O Lambertus Dierix, Z de
Goorselaersche Straet, W
Michiel Horions en Jan Reijnders, N de Bovenstraet. Het
is belast met 2 gulden 5 stuivers BBL jaarlijks aan de armen van Lummen en met
een zak koren jaarlijks aan de anniversarien, met
cijns en gemene dorpslasten. Verkopen nog: 1) een perceel land genaamd “het Heufken” gelegen in Goorselaer, O
Michiel Horions, Z en W de weduwe Jan Peermans, N de Goorselaersche
Straet. Onbelast op cijns en gemeijne
dorpslasten na; 2) een perceel land “den Grooten
Hoff” in Goorselaer, O Joseph Van de Plasch, Z de Goorselaersche Straet, W de gasthuijsnonnen van
Diest, N de Bovenstraet. Onbelast op cijns en
dorpslasten na; 3) een perceel land en een deel van het bos genaamd “den Klijnen Hobbanck” in Goorselaer, O secretaris Lambrechts en hun eigen erf, Z de Goorselaersche Straet, W de
weduwe Jan Peermans, N de Bovenstraet en secretaris
Lambrechts; 4) een perceel land en een deel van het bos tot aan de gracht in
het bos genaamd “den Grooten Hobbanck”
in Goorselaer, O de cellebroeders
van Diest, Z de Goorselaersche straet,
W hun eigen erf, N de heer Antoon Kenens en
secretaris Lambrechts van Zeelhem; 5) een perceel dries gelegen in Goorselaer,
belast met vaart en “drefte” aan de erfgenamen van
Hendrick Jacobs, grenzend O hun eigen erf, Z Jacobs(?), W Jan Reijnders, N de Goorselaersche Straet; 6) een
perceel dries in Goorselaer
genaamd “den Middelsten Dries”, O, Z en W hun eigen
erf, N de Goorselaersche Straet;
7) een perceel dries in Goorselaer,
O de weduwe Jan Peermans over de stege Z en W hun eigen erf, N de Goorselaersche Straet; 8) een
perceel gooren gelegen in Goorselaer
palend O de kerk van Lummen, 8) een perceel gooren
gelegen in Goorselaer, O de kerk van Lummen, Z de
vlootgracht, W en N hun eigen erf. Belast met serviteijt
van “vaerte en drefte der
beesten” aan het andere deel van de gooren; 9) een
perceel gooren in Goorselaer
palend O en N hun eigen erf, W Hendrick Jacobs, Z de gemeijnte
Lummen. Belast met vaart en drift aan de erfgenamen van Hendrick Jacobs. Al de
vernoemde percelen zijn vrij van lasten, op cijns en gemene dorpslasten na.
De goederen zullen
apart door de gerechtsdienaar opgeroepen worden en aan de hoogstbiedende met
eenmaal, andermaal, derdenmaal toegeslagen worden.
Nadat de palmslag zal gegeven zijn, zal de koper zijn koop kunnen verbeteren
met hogen van 2 gulden per hoge, te verdelen tussen hoger en verkoper half en
half. Daarna zal iedereen kunnen bieden tot 6 december 1793 om 1u namiddag
volgens het horloge van de kerk van Lummen. Dan zal de volledige koopsom met
alle hogen moeten betaald worden in het woonhuis van de notaris binnen de
vrijheid Lummen in stukken van oude France of Brabantsche
croonen of goudgeld, met alle rechtsonkosten betreffende deze verkoop. Deze
onkosten zijn gichtgeld, roepgeld van de dienaar 25
stuivers, 5 gulden BBL conditiegeld van ieder perceel, lijcoop
van huis en hof, van het Heufken, van de Grooten Hoff, van den Kleijnen Hobbanck en van de Grooten Hobbanck ieder een half ton Diesters
bier en van de andere percelen van ieder 3 guldens BBL lijcoop
ter verbruiken in het huis van de weduwe Jan Peermans in Goorselaer
op de dag van verkoop.
Huis en goederen zijn
verhuurd aan Hendrick Liebens: huis en hof en de 2
percelen gooren tot half maart 1795 en de resterende
goederen tot half oogst 1795. De kopers moeten zich tot dan met de huur
tevreden stellen. Huur: voor huis met land 7 halsters koren en 8 gulden BBL;
van het Heufken 6 halsters koren, van de Grooten Hof 7 halsters koren, van de Kleijnen
Hobbanck 2 halsters koren, Van den Grooten Hobbanck 7 halsters koren
jaarlijks, van ieder perceel dries 1 halster koren
jaarlijks, van ieder perceel gooren 3 gulden BBL. De
geldpacht tot half maart 1794 en de graanpacht van 1793 blijven ter beschikking
van de erfgenamen. De kopers die met hun perceel aan de straat liggen, zullen
vanuit hun perceel een vaart naar de straat moeten maken. De kopers moeten
toestaan dat de huurder tijdens zijn huurtermijn “vlagt” of strooisel haalt in
de hagen van de goederen waar hij wil. In de 2 percelen gooren
zullen ze de huurder moeten toestaan om te “torfven
en risschen” voor zijn gebruik. De kopers zullen geen
rechten hebben op de verkochte bomen of het schaarhout groeiend op den Klijnen Hobbanck, den Grooten Hobbanck en in de driesen, volgens conditie van 22 november verkocht. De
condities werden aan de omstanders voorgelezen in het huis van de weduwe Jan Peerman in Goorselaer in
presentie van Bernardus Vandermaesen en Jan Laenen, getuigen.
Hendrick Liebens, wonend in Goorselaer,
bood voor huis en aanhang 1000 gulden BBL. Hij kreeg de palmslag en verbeterde
met 40 hogen Zelfde plaats, zelfde getuigen. Bernardus Vandermaesen
verbeterde deze koop met 5 hogen. Adriaen Jacobs hoogde af met 40 hogen.
Getuigen: Jan Laenen en Jan Raemaekers.
Hendrick Liebens deed nog beter met 80 hogen.
Getuigen: Bernardus Vandermaesen en Jan Laenen. Op 6 december verklaart de notaris dat hij als
gelastigde van de erfgenamen de som van 1165 gulden BBL ontvangen heeft van
Hendrick Liebens als koper van huis en land. Huis van
notaris met getuigen Bernardus Vandermaesen en Anna
Margaretha Croonaerts
Dijmphna Claes, wonend in Goorselaer,
bood op 28.11 voor het Heufken 700 gulden BBL, waarop
ze de palmslag kreeg. Ze verbeterde met 100 hogen. Bartel
Swarts bood 5 hogen meer, Dijmphna vervolgens 5 bij.
Getuigen: Vandermaesen en Laenen
voorschreven. Op 6 december betaalde Dijmphna Claes
weduwe van Jan Peermans 810 gulden BBL in het huis van de notaris binnen
Lummen. Getuigen Michael Roosen en Anna Margaretha Croonaerts.
2) “den Grooten Hoff” werd via palmslag toegewezen aan Peeter Vaes wonend in Zeelhem voor 1130 gulden. Verbeterde met 30 hogen. Jacobus
Lambrechts secretaris in Zeelhem verbeterde met 5
hogen. Op 6 december verbeterde Joseph Vaes
woonachtig op Loobosch onder Zeelhem
de koop nog met 1 hoge. Deze laatste behield de aankoop en betaalde 1166 gulden
BBL in presentie van Arnoldus Wellens en Anna Margaretha Croonaerts.
3) “Klijnen Hobbanck” werd toegewezen
aan Michael Roosen wonend in Lummen voor 330 gulden. Hij verbeterde met 25
hogen. Adriaen Jacobs ging er met 15 hogen over. Op 6.12 omtrent half 12 bood
de heer advocaat Van Henis nog 60 hogen meer. Van Henis, wonend in Hasselt, betaalde op 8 december 430 gulden
BBL. Getuigen: Bernardus Vandermaesen en Anna
Margaretha Croonaerts.
Op 4) werd door Joannes
Put van Schalbroeck een bod gedaan van 1250 gulden
BBL. Hij verbeterde na de palmslag met 100 hogen. Guilliam
Put van Linckhaudt hoogde met 5 hogen af. Op 8
december verklaarde de notaris dat hij voor de Grooten
Hobbanck uit handen van koper Guilliam
Put de som van 1355 gulden BBL ontving.
Voor het perceel dries 5) bood Michael Roosen wonend in Lummen de som van
370 gulden BBL. Deze verbeterde zijn koop met 20 hogen. Op 3 december ging
Maria Helven weduwe Wilhelmis
Roosen hier met 5 hogen over in het huis van de notaris met getuigen Arnoldus
Wellens en Egidius Buntinx.
Het perceel dries 6) kreeg van Adriaen Jacobs een bod van 400 gulden
BBL. Na de palmslag zette deze 15 hogen. Op 6 december betaalde hij voor “de Middelsten Dries” de som van 415 gulden BBL.
Voor het perceel dries 7) liggend aan de steeg werd 310 gulden geboden door
Jan Laenen. Hij verbeterde met 15 hogen.
Hendrick Liebens wonend in Goorselaer bood
voor het perceel gooren 8) de som van 750 gulden BBL.
Verbeterde zijn koop met 50 hogen. Michiel Jacobs hoogde met 10 hogen af.
650 gulden BBL bood
Hendrick Liebens voor het volgende perceel gooren westwaarts Hendrick Jacobs 9). Hij verbeterde met 70
hogen. Bernardus Vandermaesen hoogde met 10 hogen af.
Liebens ging er met 5 hogen weer over. Op 6 december
betaalde Liebens 735 gulden BBL ten huize van de
notaris.
Maria Joos verklaart
dat ze op 6 december 1793 in de naam van haar moeder Maria Anna Lambertina Vaes de som van 3024
gulden en 10 stuijvers BBL ontving uit handen van
notaris Hoelen, voortkomend van de helft van de
verkoop op 28 november 1793 van de goederen. Op 12 maart 1794 verklaart ze 778
gulden ontvangen te hebben voor de helft van 1050 gulden.
M. Berenholt
verklaart de som van 3024 gulden en 10 stuivers ontvangen te hebben uit de
verkoop op 28.11, voor de helft.
1794, 03 maart.
Akte nr. 5
Joannes Roelants wonend in Viversel,
geassisteerd door zijn instemmende huisvrouw Anna Daemen,
draagt een perceel hooibempt op gelegen onder de buijtinghe van Beringen, grenzend Z Merten Van Spriet, W en
N de vlootgracht. Onbelast tenzij met cijns en gemeijne
dorpslasten. Tot behoef van Jan Mathijs Cairmans
wonend in Hertenrode onder Zeelhem voor 500 gulden
BBL. Voldaan. Opgemaakt in het huis van de notaris in Lummen in presentie van
getuigen Paulus Aerts en Anna Margaretha Croonaerts.
1794, 15 maart.
Akte nr. 6
Joannes Matheus Van Schooren als man en momber van Maria Catharina Van Melbeeck – hij zal haar laudatie inbrengen – woont binnen
de vrijheid Lummen en Theodorus Van Uyttrecht als man
en momber van de aanwezige en instemmende Maria Anna Van Melbeeck,
wonend in Linckhoudt, hebben de goederen gedeeld
achtergelaten door wijlen hun grootmoeder Cathrien Scraijen zaliger. Ze was de grootmoeder van de beide
vrouwen. Kavel 1: a) huis met ap- en dependitie, warmoeshof en
het land eraan gelegen in Tervaint onder de buijtinghe van Beringen, O en N de weduwe Hendrick Tempels,
Z de gemeijn heide, W Jan Convents.
Enkel belast met cijns en gemeijne dorpslasten; b)
een perceel land met een boske daaraan gelegen in Tervaint,
genaamd “den Heijbergh”, O de gemeijn
heide, Z en N de weduwe Tempels. Zelfde last; c) een perceel land genaamd “den
Halster Landts” gelegen in Tervaint,
palend O de weduwe Tempels, Z de kinderen Carolus Dries, W Mathias Geijbels, N de eerste kavel. Zelfde last; d) de helft van
een perceel land genaamd “Geertvelt” gelegen in Tervaint, O en Z de eerste kavel, W de tweede part, N
Christien Timmermans. Zelfde last; e) een beemd gelegen in Tervaint,
O Simon Lemmens, Z Jan Van de Venne, W het gemeijn broek, N de beek. Zelfde last.
Kavel 2: a) een perceel land gelegen onder Coursel,
Jan Leeuws O, Z de kinderen commissaris Wouters, W
Arnold Houben, N de straat. b) de helft van een perceel land gelegen in Tervaint, genaamd
“Geert Velt”, O de eerste kavel, Z Mathias Geybels, W
de kinderen Mathias Lemmens, N Christien Timmermans. c) een perceel land
gelegen in Tervaint palend O secretaris Van de borgh, Z begijnhof van Diest, W de weduwe Jan Theijnis, N Jan Nicolaes Scraijen. d) een beemd gelegen in Tervaint,
O de weduwe Jan Theunis, Z Michiel Aerts, W Arnold Hauben,
N het gemeyn broek. Al deze goederen zijn enkel
belast met cijns en gemeijne dorpslasten.
Ze zullen elkaar
moeten vaart laten en laten drijven ten minste schade. De goederen zijn nog
verhuurd tot het jaar 1796. Ze zullen half en half de geldpacht en de
graanpacht optrekken en de lasten samen dragen. Opgemaakt in het woonhuis van Servaes Lemmens in Gestel in presentie van Geert Van der maesen en Joannes Lemmens, getuigen.
1794, 27 mei. Akte
nr. 13
Andreas Smets,
woonachtig in Meldelaer, verklaart dat hij aan
Wilhelmus Claes, wonend in Klitsbergh onder de buijtinghe van Beringen, een huis met aanhang, warmoeshof
en het aangelegen land verhuurde gelegen in Klitsbergh,
evenals andere landen en beemden en eusel zoals de
voorschreven huurder deze winning momenteel in gebruik heeft. Voor een termijn
van 3 jaren te beginnen voor het huis, warmoeshof, beemden en eusel en het land bij het huis op half maart 1795 en van de
andere landerijen oogst 1795. Voor 100 gulden BBL jaarlijks en 60 halsters
koren Diesterse maat jaarlijks. De geldpacht dient
jaarlijks aan de verhuurder betaald te worden in zijn huis in Meldaet rond Sint-Andries, Kerstmis of half maart ten
laatste en de graanpacht dient elk jaar geleverd te worden aan het woonhuis van
de verhuurder in Meldalaer: 20 halsters koren op 1
oktober, 20 halsters koren op 1 november en 20 halsters 1 december. Boven
huursom gemene dorpslasten betalen. Geen stroosel of flaggen halen uit de hagen voor het aardhout 4 of 5 jaar
oud zal zijn. Indien hij flagt, moet de huurder de
aarde van de vuelen in de geflagde
hagen inschieten. Hij moet de grachten en riolen open houden en indien hij dit
niet zou doen, zal de verhuurder dit op de kosten van de huurder laten doen.
Deze laatste zal dan zijn huurrecht kwijt zijn. De huurder mag enkel toelaten
dat er met gesloten lantaarn licht gemaakt wordt in de winning; als er toch
brand zou ontstaan door zijn nalatigheid, zal hij aansprakelijk zijn voor de
schade. De landerijen dienen jaarlijks bemest te worden en de bempden elk jaar bestrooid met assen. De huurder zal elk
jaar in het gemeijn broek 3 roeden risschen mogen steken op plaatsen waar de huurder zal
aanwijzen. De huurder moet het huis onderhouden “van plecken
van den ondersten rijbant nederwaerts”.
De huurder moet zorg dragen voor de jonge fruitbomen en ze verbinden met
doornen voor de beesten. De helft van het fruit op de bomen is voor de huurder
en de andere helft moet de huurder leveren in het huis van de verhuurder. De
verhuurder is zinnens om een nieuw bakhuis te timmeren aan het huis. De huurder
zal dit moeten “plecken en vitsen” van binnen. Indien
de verhuurder het huis zou afbreken en er een nieuw timmeren, zal de huurder de
benodigde leem ervoor moeten steken en bijvaren
zonder iets aan de huursom te korten. Opzegging wederzijds met periodes van 3
jaren, telkens een half jaar ervoor. Opgemaakt in het woonhuis van de
verhuurder in Meldelaer in presentie van Joannes Heijligen en Joannes Vivet,
getuigen.
1794, 04 november.
Akte nr. 23
Joannes Baptista Joors, wonend binnen de vrijheid Lummen, heeft in de naam
van zijn moeder Marie Cathrien Persoons verhuurd een
huis met ap- en dependitie,
moeshof met het land daaraan gelegen in Scheulen,
palend O de straat, Z de erfgenamen van de heer Breers
van Hasselt, W de heer Stappers van Sint Truijden, N
Mathijs Joors. Bovendien verhuurde hij nog een perceel land “Poort Velt” in Scheulen gelegen, O de heer Vossius,
Z en W de straat, N Merten Punlinx; een perceel land
“de Heijde” palend O Geert Vandelaer, Z Marie Cathrien Persoons, N Jan Van de Vinne; een perceel etweijde “den Gruijter” genaamd,
grenzend O secretaris Vandelaer van Herc, Z de heer Charlie, W de straat, N Jan van de Vinne.
Verhuurd aan Christiaen Celis, wonend in Berbrouck, voor een termijn van 3 jaren met aanvang voor
huis, boomgaard, moeshof en broek half maart 1795 en voor de landerijen vanaf Sint-Andries
1794. Voor 170 gulden BBL jaarlijks, te betalen in 2 keer: de helft bij Hasselt
“nauwmerckt” 1795 en de andere helft half maart 1796
en zo voort. Gemeijne dorpslasten zijn voor de
huurder. Mochten deze lasten boven 3 gulden per bunder komen, dan is de meerkost voor de verhuurster. Per jaar 2 karren walmen
leggen, onderhouden van plekken en vitsen. Nagels en latten op kosten van
verhuurster. Afval van oud dak is voor huurder. Jaarlijks boven de huursom de
hagen van de moeshof en de boomgaard onderhouden en scheren, de riolen en
grachten vegen. De helft van het fruit is voor de huurder. De huurder zal
bovendien het perceel land “Berckebosken” in gebruik
mogen nemen als de huurtermijn van Jan Lambrechts om is. Niet meer huur voor
betalen. Elkaar een half jaar tevoren opzeggen. Getuigen: Anna Margaretha Croonaerts, Cornelis De Motte.
1796, 20 januari.
Akte nr. 3
Meester Jan Laenen, Baltus Geijbels als vader
en momber van Marie Caterina Meeus en Theresia Meeus
en Petrus Willems als geconstitueerde (zie handschrift hierbij; maar is er
niet) hebben tot behoef van Franciscus Cleren wonend
in Scheulen de helft van een perceel broek opgedragen
genaamd ‘den Kerckenpoel’, waarvan de wederhelft
toebehoort aan de kerk van Lummen, onverdeeld. Het is gelegen in Scheulen en de hele beemd grenst de heer Wilsens van Hasselt en de heer Liefsoons
O, Z de weduwe Peeter Jacobs, W Scheulens
gemeijn broek, N advocaat Hees van Hasselt met
consoorten. Belast met de helft van 10 stuivers jaarlijks aan de kerk van Scheulen en met 6 stuivers en 2 oorden BBL jaarlijks aan de
armen van Herck, met cijns en gemeijne
dorpslasten. Verkocht voor 600 gulden BBL, die betaald werden. Opgemaakt in het
huis van meester Jan Laenen binnen de vrijheid Lummen
in presentie van Petrus Laenen en Maria Theresia Laenen, getuigen. Baltus kan niet schrijven.
1796, 01 februari.
Akte nr. 4
Jan Clerx, Petrus
Brems, Hendrick Joris, Jacobus Lambrechts schepenen van de justitie en het dorp
Zeelhem en Ludovicus Inckels regerende burgemeester en Joannes Timmermans
afgaande burgemeester van Zeelhem hebben, na authorisatie vanwege het dorp Zeelhem
gegeven op 18.01.1796 en ‘ingevolge ratificatie ten selven
daege in pede van de dorps rekeningen gestelt’, tot last van de gemeente Zeelhem
bekend dat ze uit handen van de heer Lambertus Antonius de Rijckman in huwelijk
met Maria Barbara Van der Veken, inwoners van de stad
Diest, op 15.12.1795 205 Franse croonen ontvangen hebben ‘ten prijse’ van 4 gulden
17 stuivers en 2 oorden Brabants Luiks het stuk ‘ende tot dien’ 12 stuivers en
2 oorden. Samen komt dit op 1000 gulden BBL. Jaarlijks zullen ze er een rente
van 40 gulden BBL voor betalen, aan 4%. Valdag 15
december en voor het eerst in 1796. Te kwijten met gelijke som en in de
voorschreven specie, nadat alle rechtskosten en intresten afbetaald zijn.
Kwijting moet gebeuren in het huis van de geldschieters in Diest. De inkomsten
en goederen van de gemeijnte Zeelhem
worden voor deze rente verbonden. Opgemaakt in het woonhuis van Jacobus
Lambrechts binnen het dorp Zeelhem in presentie van
Jacobus Brems en Joseph Vaes, beiden wonend binnen
het dorp Zeelhem als getuigen. Jan Clerx en Lowies Inckels kunnen niet
schrijven. Attestor L. Lambrechts secretaris.
1796, 09 februari.
Akte nr. 7
Leonardus Theijs wonend in Reckhoven onder Lummen heeft in naam van zijn moeder Anna
Munters in huur uitgegeven, via deze akte, aan Peeter
Kempenaers huis met ap- en dependities
met een deel in de warmoeshof zoals het aan de huurder is aangewezen en met de
boomgaard eraan tot aan de paal, gelegen binnen het dorp Viversel.
Grenst O en N sheeren straet,
Z de weduwe Jan Dries. Verhuurt nog een perceel broek onder Viversel,
grenzend W en N scholtus Tielens, O de weduwe Jorus Baers. Nog een perceel broek onder Boeckt genaamd ‘Bonnefanten Brouck’; nog een perceel land onder Viversel
toebehorend aan Peeter Demot,
grenzend W de erfgenamen Hendrick Ieven, N sheeren straet; een perceel
genaamd ‘Kuijpers Hoven’ gelegen in Viversel, O de erfgenamen Jan Marus,
Z de weduwe Jan Dries,; een perceel land en dries
genaamd ‘de Bosch’ onder Viversel, W de weduwe
Michiel Meijckens, O de weduwe Christiaen
Reijnders. Verhuurd voor een termijn van 3 opeenvolgende jaren. Huishuur, huur
van moeshof, boomgaard en beemden vangt aan half maart 1796 en voor de
landerijen half oogst 1796. Jaarlijks 100 gulden BBL en 5 halster koren Diestse maat boven de gemeijne
dorpslasten en de cijns op de goederen. Geld betalen in het huis van de
verhuurder half maart en graan te leveren bij de verhuurder op Sint-Andries,
voor het eerst in 1797. De verhuurder reserveert voor zich een kamer met een
deel in de warmoeshof, zonder dat er iets van de huur afgaat. De huurder zal de
helft van het fruit profiteren op de bomen. Huurder moet huis onderhouden van ‘plecken ende vitsen’ van boven tot onder. Jaarlijks moet
hij een kar walmen op het huis leggen waar dit het meest zal nodig zijn. Latten
en nagels te leveren door verhuurder. De huurder moet laten in het huis: de
schelf boven de koestal,’t … berderen’, twee
‘minagieren’, een bank in de kamer, twee bedstegen,
een ‘bierstellingh’.
Tot borg stelde zich Peeter Schepers inwoner van binnen vrijheid Lummen.
1796, 07 maart.
Akte nr. 10
Joannes Pluijmers als man en momber van Margaretha Van de Bosch,
instemmend, woont in Curingen. Draagt huisinge op: keuken op de schouw scheidend, stallingen en
schuren met de helft van de warmoeshof genaamd ‘de Warande’ gelegen onder Curingen. Tevens een perceel land genaamd ‘Bickvelt’ in Curingen, O sheeren straet, Z de heer Cox, W Peeter Liebens, N de heer Geerts.
Tot behoef van Jan Peeters voor 150 gulden BBL. Getuigen: Arnoldus Wellens en
Jan Driessens. Enkel Pluijmers kan schrijven.